De gezondheid van stadhouder Willem IV baarde zijn moeder Maria Louise van Hessen-Kassel altijd zorgen. Niet alleen was hij als enige zoon uit het huwelijk tussen Maria Louise van Hessen-Kassel en Johan Willem Friso de enige mogelijkheid op het voortzetten van het huis Oranje-Nassau, maar daar bovenop kwam de zwakke gezondheid van de jonge stadhouder. Toen Willem vijf jaar oud was, had hij een val gemaakt waarbij hij zo ongelukkig terecht was gekomen dat zijn gezondheid daarvan blijvend nadelige gevolgen ondervond. Hoewel hij boven verwachting snel herstelde, hield de jonge prins er wel een vergroeide rug aan over.
Met meer dan gewone moederlijke bezorgdheid informeert Maria Louise later in bijna elke brief die zij haar zoon schreef, ongerust naar diens gezondheid en drukt zij hem op het hart zich toch vooral te ontzien en zijn lichaam op tijd rust te gunnen. (1) Maria Louise besprak Willems gezondheid niet alleen met haar zoon. Ze onderhield verschillende correspondenties met personen die haar op de hoogte hielden van de gezondheid van haar zoon.
Een van deze correspondenten was Anna van Hannover (1709-1759), de echtgenote van Willem IV. Anna was de oudste dochter van de Engelse koning George II. Als Britse prinses was zij een goede huwelijkskandidaat voor Willem IV, aangezien zij hierdoor voor meer aanzien zorgde voor het huis Oranje-Nassau. Het stel trouwde in maart 1734. Eigenlijk stond de huwelijksdag gepland voor het najaar van 1733, maar deze werd uitgesteld omdat de bemoeienissen van Willems toekomstige schoonvader George II met de Republiek niet op prijs werden gesteld. Willem werd, mede vanwege alle ophef, ziek en vertrok naar het kuuroord Bath. In maart van 1734 was hij voldoende hersteld om in het huwelijk te treden. Gedurende zijn tijd in Engeland correspondeerde hij veel met zijn moeder, maar ook Anna schreef Maria Louise wekelijks korte brieven met daarin berichten over hoe het ging. Vaak werd hier ook de gezondheid van de jonge prins beschreven. In de brief hieronder schreef Anna op Eerste Kerstdag in 1733 dat het beter ging met Willem: ‘C’est avec beaucoup de joie que je puis à présent vous féliciter de la réconvalescence du prince votre fils. Ayant eu le plaisir de le revoir, je l’ai trouvé beaucoup moins changé que je ne l’aurois cru’.
Een andere correspondent was Nicolaas Arnoldi. Hij was eerste secretaris en diende onder Maria Louise en Willem IV. In 1729 werd hij aangesteld als raadsheer, zes jaar later werd hij gedeeltelijk verantwoordelijk voor de thesaurie en vanaf 1739 was hij daarnaast ook nog thesaurier en rentmeester-generaal. Hij was ook zevenmaal burgemeester van Leeuwarden, afgevaardigde voor de Staten van Friesland, gecommitteerde in de Admiraliteit van Amsterdam en nam verder nog zitting in verschillende commissies. (2) Naast zijn verslaggevingen van (inter)nationale politieke gebeurtenissen, hield Arnoldi ook altijd een oogje in het zeil met betrekking tot de gezondheid van Willem. In het volgende fragment stelt Arnoldi Maria Louise op de hoogte van Willem’s welzijn. In een prachtig handschrift schrijft hij onder meer:
Sijne Hoogheit is zedert woensdag wat geïndisponeerd geweest door een sware verkoutheit, waarbij is gekomen een dikte aan het ene wang; dog Sijne Hoogheit dese nagt wel gerust hebbende, bevint sig tegenwoordig, door des Heere goedheit, veel beter en soo wel, dat deselve met een dag of twee weder volkomen hersteld zal kunnen zijn.
Voor een ander onderzoek binnen dit project analyseren we de brieven van Willem IV. Op basis van de ruim 1200 beschikbare brieven doen we een uitgebreid onderzoek naar zijn berichtgeving over zijn gezondheid. Zelf schreef hij hier ook heel veel over. In bijna elke brief komt het wel ter sprake. Een voorbeeld van een fragment uit een brief die hij schrijft vanuit Aken waarin hij zijn moeder vertelt over de kuur die hij neemt ter verbetering van zijn gezondheid:
ma curede boire les eaux va tres bien, et j’en aurois en plus de succès si l’inquiétude où j’ai eté pour Caroline [zijn dochter] n’eut troublé l’effet durant deux ou trois jours, Dieu soit loué qu’elle et mieu à présent, celon que la Princesse me marque. J’ai pris les bains aujourd’ui pour la première foi, et n’aurois pas cru que cela cause tant de lassitude dans les bras.
(1) F.J.A. Jagtenberg, Marijke Meu 1688-1765: Stammoeder van ons vorstenhuis (Gorredijk 2015) 148.
(2) H. Brand, “De prinses als werkgever”, Fryslan 21 (2015) 3, 11.
Transcripties
Brief van Anna van Hannover aan Maria Louise van Hessen-Kassel
Madame,
C’est avec beaucoup de joie que je puis à présent vous féliciter de la réconvalescence du prince votre fils. Ayant eu le plaisir de le revoir, je l’ai trouvé beaucoup moins changé que je ne l’aurois cru. Je suis tout à fait entrée dans les peines ou V.A. doit avoir été que l’absence ne peut qu’augmenter. Si quelque chose avait pu contribuer davantage au plaisir que me fait le rétablissement du prince, ce serait de vous sçavoir hors d’inquiétude; prenant beaucoup de part à tout ce qui vous regarde, étant avec beaucoup de sincérité
Madame
Votre affectionée Cousine
Anna
St James,
Ce 25 Dec: 1733
Brief van Nicolaas Arnoldi aan Maria Louise van Hessen-Kassel
Doorlugtigste Vorstin
Genadigste Vrouw
Ik heb met seer ootmoedig respect ontfangen de missive waarmede uwe Hoogheit mij den 27en deser wel heeft gelieven te vereeren; en zal niet nalaten Hare genadige ordre, om Uwe Hoogheit van den staat der gesondheit van den Prins Haren Zoone, en de verdere omstandigheden, van tijd tot tijd te informeren, op het onderdanigste na te komen, rekenende hetselve als een blijk van Uwe Hoogheits genade en gunste voor mij Haren getrouwen en soo seer verpligtens dienaar. Sijne Hoogheit is zedert woensdag wat geïndisponeerd geweest door een sware verkoutheit, waarbij is gekomen een dikte aan het ene wang; dog Sijne Hoogheit dese nagt wel gerust hebbende, bevint sig tegenwoordig, door des Heere goedheit, veel beter en soo wel, dat deselve met een dag of twee weder volkomen hersteld zal kunnen zijn. Men verwondert sig, dat de jagten tot nog toe, dat men weet, niet gearriveerd zijn, hoewel men alle momenten de tijding daar van verwagt; waardoor dan de dag van het vertrek mede nog onzeker is: de Heer Walpole zoude, soo ik hoore, verklaard hebben, dat Sijne Majesteit anders den dag van het trouwen had vastgesteld op den 10en novemb:, hetwelk nu mogelijk niet zal kunnen geschieden.
De Franse Predicant Huet van Amsterdam is overleden, en wort om sijne merites in ’t gemeen beklaagd. Verders niets, Uwe Hoogheits attentie waardig, te melden hebbende, zal ik mij in desselts hooge genade en protectie bevelende, met het aldernederigste respect blijven.
Doorlugtigste Princes
Genadigste Vrouw
Uw Hoogheits
Ootmoedigste, gehoorsaamste en seer getrouwe dienaar
N. Arnoldi
Hage, 31 Oct 1733
Brief van Willem IV aan zijn moeder Maria Louise van Hessen-Kassel:
D’Aix ce 17: 7bre 1751
Madame ma tres chère mère,
J’ai eu la satisfaction de recevoir ce matin la lettre dont votre Altesse Sérénissime m’a daigné honnerer du fin de le mois qui est la première qui me soit parvenue. J’espère que mes deux précédentes lui seront bien parvenues. Ma cure de boire les eaux va tres bien, et j’en aurois en plus de succès si l’inquiétude où j’ai été pour Caroline n’eut troublé l’effet durant deux ou trois jours, Dieu soit loué qu’elle et mieu à présent, celon que la Princesse me marque.Jj’ai pris les bains aujourd’ui pour la première foi, et n’aurois pas cru que cela cause tant de lassitude dans les bras. Je suis d’une docilitéexemplaire à ce que Winter, Pelerin & le soin me prescrivent. Nous eusmes hier au soir entré onze heures et une heure une allarme et un bruit très grand ici, causé par un terrible orage & par le feu que la négligeance après une procession avoit causé dans la sacristtie de St. Pièrre. Mais comme j’étois dans mon premier sommeil, j’eu le bonheur de n’en rien entendre. Aujourd’ui le tems n’est pas net encor. Nous avons receu la nouvelle de la mort de la duchesse Douar. Ferdinant de Barière chez l’Elect. de Cologne au chateau d’Ahans, et de la naissance d’un duc de Bourgogne. J’ai l’honneur d’être avec un très profond respect
De Votre Altesse Sérénissime
Le très humble & très
obéissant serviteur & fils
Prince d’Orange & Nassau