Een toegewijde en ambitieuze echtgenote: de brieven van Anna van Hannover aan stadhouder Willem IV

Ondanks de politieke huwelijksovereenkomst tussen de Britse kroonprinses Anna van Hannover en de Nederlandse Willem Karel Hendrik Friso, de latere stadhouder Willem IV, bloeide er al gauw iets moois op tussen de twee. Vanaf het moment van hun verloving schreven de twee geregeld brieven naar elkaar, die inzicht geven in een bloeiende, liefdevolle verbintenis. Hun relatie was bovendien bijzonder omdat ze naast liefde ook een intellectuele en politieke bondgenoot in elkaar vonden. Anna stond Willem bij in zijn stadhouderlijke verplichtingen tot zijn vroegtijdige en onverwachte dood na een bezoek aan kuuroord Aken.

Een strategisch huwelijk

Anna en Willem trouwden op 25 maart 1734 op respectievelijk 24- en 22-jarige leeftijd. Willem was op dat moment alleen nog stadhouder van Friesland, Groningen, Gelre en Drenthe. De huwelijksovereenkomst werd gesloten uit politieke overwegingen. Als de eerstgeboren dochter van het Britse koningspaar George II en Caroline van Brandenburg-Ansbach was het van groot belang dat Anna trouwde met een man van prominente adellijke status in Europa. Anna, die met haar 23 jaar al behoorlijk op leeftijd was toen de huwelijksonderhandelingen goed op gang kwamen, had vier jongere zusjes die traditiegetrouw geen man mochten trouwen wiens status de status van Anna’s huwelijkspartner overtrof. Bovendien moest er gedacht worden aan de religieuze achtergrond van haar potentiële huwelijkspartner: aangezien het Huis Hannover dankzij protestantse geloofsovertuigingen aan de macht was gekomen in Groot-Brittannië, was het wenselijk dat ook Anna’s partner protestants opgevoed was.

Een vooraanstaande protestantse edelman werd gevonden in Willem Karel Hendrik Friso, stadhouder van Friesland en zoon van de overleden Johan Willem Friso van Nassau-Dietz en Maria Louise van Hessen-Kassel. De adellijke status van Willem was niet zo voornaam als die van een eerdere potentiële huwelijkskandidaat: de jonge koning Lodewijk XV van Frankrijk. In tegenstelling tot Lodewijk, een katholiek, was Willem echter protestant en bovendien lid van een familie die volgens Anna’s vader George II altijd geliefd was bij de Engelse natie. De Oranjes hadden inderdaad al een lange, vrij stabiele geschiedenis met het Engelse koningshuis. Bovendien was Anna’s eigen motivatie om te trouwen groot. Haar leeftijd, politieke ambities en afstandelijke relatie met haar vader maakten dat ze zich graag verbond met de Nederlandse prins. Dit alles ondanks de waarschuwingen die ze van alle kanten kreeg over het uiterlijk en het gestel van Willem.

Anna als jonge vrouw. ‘Portret van Anna van Hannover, prinses van Oranje-Nassau’, prentmaker: Wouter Jongman, naar schilderij van: H. Hyning, schrijver gedicht: J.D.R., ca. 1712-1744, Rijksmuseum, via http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.130039.

Liefdevolle correspondentie

Ondanks het feit dat Anna en Willems huwelijk uit politieke overwegingen gesloten werd, ontstond er tussen de twee al gauw een hechte, liefdevolle relatie. Wanneer de één op reis vertrok, duurde het vaak niet lang voordat de ander in de pen klom om de ander op de hoogte te stellen van de gang van zaken. De twee gebruikten liefdevolle koosnaampjes voor elkaar. Anne noemde Willem Pip of Pepin en Willem verwees naar Anna als Annin. Anna opende haar brieven bijna standaard met de woorden ‘mon cher Pepin’ of ‘mon cher Ange’. Ze schreef regelmatig over haar liefde voor Willem of over hoe erg ze hem miste wanneer ze niet samen waren. Anna, die een grote liefhebber van muziek, kunst en literatuur was, schreef zelfs dat al deze dingen maar saai waren zonder hem aan haar zijde.

Fragment brief van Anna van Hannover aan Willem IV uit 1741, Koninklijke Verzamelingen (Den Haag), A29-171.

Politieke ambitie

Naast haar liefdesbetuigingen hield Anna zich niet afzijdig van staatkundige zaken in haar brieven. Al van kinds af aan had ze interesse getoond voor de politiek. Ze zou zelfs op jonge leeftijd tegen haar moeder gezegd hebben dat ze wenste dat ze geen broers had gehad, zodat ze zelf koningin van Engeland had kunnen worden. De prinses zou de band met haar thuisland bovendien altijd in het oog blijven houden bij haar politieke betrekkingen. Dit terwijl haar relatie met haar Britse familie moeizaam was, wat te zien is in haar brieven aan Willem: meer dan eens klaagt Anna over de vervelende of saaie brieven uit Londen.

De prinses was daarnaast altijd al geïnteresseerd in geschiedenis en internationale betrekkingen. Toen ze na haar bruiloft in Londen bij Willem introk in het Stadhouderlijk Hof in Leeuwarden, verdiepte ze zich in haar nieuwe thuisland en schreef ze uitgebreide opstellen over de geschiedenis van het Nederlandse staatsbestel. Ook was ze actief betrokken bij Willems stadhouderschap. Ze ontwikkelde zich tot belangrijk politiek adviseur van haar man, die haar graag betrok in zijn beslissingen. Anna was dan ook maar al te blij dat Willem in 1747 benoemd werd tot stadhouder van alle Nederlandse gewesten. De hofhouding verhuisde van Leeuwarden naar Den Haag, waar Anna zich meer thuis zou voelen. Maison du Bois – Paleis Huis ten Bosch – werd een locatie vanuit waar Anna vele brieven naar Willem zou sturen gedurende zijn reizen.

‘Gezicht op de voorzijde van het Paleis Huis ten Bosch te Den Haag’, uitgever: Hendrik Scheurleer, door anonieme maker, ca. 1734-1768, Rijksmuseum, via: http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.402098.

In voor- en tegenspoed

De voorspoed in de liefde was voor Anna en Willem helaas geen garantie voor een lang en gelukkig huwelijk. Willem kampte al sinds zijn jeugd met gezondheidsproblemen, deels veroorzaakt door een val van zijn paard toen hij nog maar een kind was. Na hun verloving kreeg Anna al direct te maken met de gevolgen hiervan toen hun bruiloft, die gepland stond voor november 1733, een paar maanden uitgesteld werd door een aanhoudende periode van ziekte. Willem, die al afgereisd was naar Groot-Brittannië voor de heuglijke aangelegenheid, was genoodzaakt een aantal weken in Bath te verblijven en gebruik te maken van het helende water uit de bronnen. Willem herstelde, maar zijn zwakke gezondheid bleef een grote rol spelen in de jaren hierna. In de zomer van 1751 verergerden Willems klachten zo sterk dat hij voor een tweede keer naar een kuuroord vertrok. Niet naar Bath, zoals in 1733, maar naar Aken. Ook daar bevonden zich geneeskrachtige baden, die tot op de dag van vandaag in gebruik zijn. De staat van Willems gezondheid werd als zodanig zorgelijk geacht dat prinses Anna uit voorzorg al een paar maanden voor zijn vertrek al meer betrokken werd bij staatszaken.

De laatste brieven

Anna en Willem correspondeerden veel met elkaar tijdens Willems verblijf in Aken. Vanaf Paleis Huis ten Bosch bracht ze verslag uit van belangrijke staatszaken, zoals onderhandelingen over de koop van Pruisische domeinen. Hiervoor onderhandelde ze samen met raadpensionaris Pieter Steyn, diplomaat Thomas Isaac de Larrey en Frederik de Grote, de koning van Pruisen. Ook fungeerde ze als tussenpersoon tussen Willem en belangrijke politici en ambtenaren wanneer Willem haar verzocht iets namens hem door te geven. Ook uit Anna’s politieke verslagen blijkt de hechte band tussen de twee, bijvoorbeeld wanneer ze vertelt over een grappige situatie waarin een buitenlandse ambassadeur bijna in huilen was uitgebarsten. Ze blijkt echter niet bang te zijn om Willem op zijn vingers te tikken wanneer hij volgens haar de fout in gaat, bijvoorbeeld in haar advies over een financiële kwestie waarbij Willem een gewaardeerd lid van de adellijke familie Bentinck te hulp wilde schieten. Anna, die erom bekend stond voorzichtiger om te gaan met financiën dan Willem, wees hem op het feit dat hun eigen financiën al vrij kwetsbaar waren en de raadpensionaris bovendien had afgeraden om Bentinck financieel te steunen.

De kinderen van Anna en Willem. ‘Portret van Willem V, prins van Oranje-Nassau, en Carolina, prinses van Oranje-Nassau’, door Pieter Tanjé, 1751, Rijksmuseum, via: http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.529880.

In bijna al haar brieven naar Aken stelt Anna haar man op de hoogte van de gezondheid van hun kinderen, kleine ‘Caroline’ en ‘Guillaume’ (de latere stadhouder Willem V). Op dat moment, in de zomer van 1751, zijn de kinderen nog erg jong, respectievelijk acht en drie jaar oud. De kleine Willem is volgens Anna vrolijk en eet goed – ‘le petit garçon est gaye, & mange tous les jours ses carottes’. Volgens Anna gedraagt Carolina zich als een goedgemanierd lief prinsesje: zelfs wanneer Carolina een slechts kortdurende, maar hevige griep oploopt. De ziekte baart Anne grote zorgen, waarover ze uitgebreid verslag doet aan Willem. Gelukkig verbeterde Carolina’s gezondheid al gauw en verkondigt Anna aan Willem dat ze geheel de oude zou worden, als ze haar maar warm aankleedden, haar veel fruit lieten eten en haar de wateren van Bristol, vergelijkbaar met de wateren van Bath, lieten gebruiken. Ze geeft toe blij te zijn dat Willem al deze bezorgdheid niet direct mee hoefde te maken.

Fragment uit een brief van Anna van Hannover aan Willem IV uit 1751, Koninklijke Verzamelingen (Den Haag), A29-171.

Ondanks het feit dat hij de spanning rondom Carolina’s ziekte niet persoonlijk meemaakte, bestond Willems kuur niet alleen uit ontspanning en herstel: hij ging gewoon door met werken en woonde bals en diners bij. Hoewel Willem zich niet fit voelde,was er niets dat deed vermoeden dat hij in levensgevaar verkeerde. Anna’s brieven geven dan ook meer blijk van hoopvolle liefdesbetuigingen dan van grote zorgen. Het gros van haar brieven opent ze door Willem te bedanken voor zijn brieven en hem mee te delen hoeveel plezier ze ervaart in het lezen ervan. In verschillende brieven geeft ze toe opgelucht te zijn dat de artsen, in het bijzonder professor Frederik Winter, positief lijken te spreken over het verloop van Willems schijnbaar herstel. Ze toont zich echter ook bezorgd en geeft Willem zelfs een keer op zijn kop: hij moest niet meer zulke lange brieven schrijven want volgens professor Winter zou dit een veel te grote inspanning zijn. Bovenal spreekt ze haar hoop uit over het spoedige herstel van haar geliefde man: ‘Je languis de l’apprendre de luy que la cure est en bon train.’

Overlijden van prins Willem IV, 1751, ‘Afbeelding van ’t Sterf en Parade-Bed van Zyne Doorluchtige Hoogheid W.C.H. Friso, in ’t Jaar 1751’, door anonieme maker, 1751, Rijksmuseum, via http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.483892.

Een ontroostbare vrouw en moeder

Anna telt de dagen tot ze elkaar terug zullen zien. In één van haar laatste brieven voorspelt ze hoopvol dat ze nog maar twee brieven zal sturen tot ze Willem weer zal ontmoeten: ‘J’espere qu’encore deux lettres feront l’affaire et qu’après cela nous aurons l’honneur de vous entretenir en haute personne.’ Anna’s brieven aan Willem, die vrijwel allemaal onnauwkeurig gedateerd zijn, hielden abrupt op, waarschijnlijk begin oktober 1751. Toen keerde Willem terug naar Den Haag, slechts half hersteld. Ondanks Anna’s hoopvolle aanmoedigingen en beterschapswensen, verergerde Willems toestand na zijn terugkomst opnieuw. Op 22 oktober 1751 kwam hij te overlijden, op slechts 40-jarige leeftijd. Anna was ontroostbaar. Uit een brief die zij schreef aan haar schoonmoeder, Maria Louise van Hessen-Kassel, uitte zij haar verdriet:

Le malheur qui m’est arrivé me rend presque incapable d’écrire; mais les égards que j’aurés toujours pour la mère du plus digne des hommes, & le plus tendre des maris m’oblige a vous assurer de mes sentimens à cet egard. Mes enfans, & le besoin qu’ils ont encore de moy m’engage a travailler avec zèle à leur bonheur, cela seul fera ma seule occupation, après quoy je serés trop heureuse de pouvoir rejoindre mon cher Prince qui ne peut qu’être heureux.

Vertaling:

De ellende die mij is overkomen, maakt dat ik bijna niet meer kan schrijven; maar de achting die ik altijd heb gehad voor de moeder van de meest waardige en meest tedere man, verplicht mij om u te verzekeren van mijn gemoedstoestand in dat opzicht. Mijn kinderen, en de behoefte die zij nog steeds aan mij hebben, maken dat ik me met hart en ziel wil inzetten voor hun geluk, dat zal mijn enige ambitie zijn, waarna ik mezelf maar al te graag zal kunnen herenigen met mijn geliefde Prins, die alleen maar gelukkig kan zijn.

Brief van Anna van Hannover aan haar schoonmoeder Maria Louise van Hessen-Kassel van 15 november 1751, Koninklijke Verzamelingen (Den Haag), A28-011a.

Een volhardende gouvernante

Ondanks Anna’s verdriet gingen de verplichtingen door. Anna’s zoon Willem was pas drie jaar toen zijn vader overleed: te jong om als de volgende stadhouder te regeren. Daarom accepteerde Anna de positie van gouvernante, een ietwat bijzondere naam voor een regentessenfunctie. Anna oefende deze functie uit tot aan haar dood in 1759. Op 49-jarige leeftijd kwam de hereniging met haar geliefde prins waar ze in haar brief aan Maria Louise naar verwees: helaas wel zeven jaar vóór haar zoon meerderjarig verklaard werd en zijn vader opvolgde als stadhouder Willem V.

Overlijden van prinses Anna, 1759, Rijnier Vinkeles, ca. 1780-1795, Rijksmuseum.

De brieven waaruit fragmenten in dit artikel zijn bijgevoegd, zijn vooralsnog niet online te raadplegen. Op vrijdag 29 september 2023 zal de gedigitaliseerde correspondentie van Anna van Hannover openbaar en raadpleegbaar worden via Early Modern Letters Online. Dit zal feestelijk worden gevierd met een symposium op Kasteel Duivenvoorde met lezingen over het veelzijdige leven van Anna en omlijst met muziek uit haar tijd. De kaartverkoop is vanaf begin juli via de site van Kasteel Duivenvoorde.

Lotte van der Linden, masterstudent aan de Radboud Universiteit Nijmegen, 31 mei 2023.


Bibliografie

Blok, P.J., Geschiedenis van het Nederlandsche volk, deel 3 (Leiden 1925).

Feron, Vera, ‘Into the Archive of Anne of Hanover, Princess Royal and Princess of Orange’, (16 januari 2023).

Ineke Huysman, ‘Balancing between Mother and Wife: The Private Correspondence of Stadtholder Willem IV of Orange-Nassau’ in: Michaël Green en Ineke Huysman (eds.), Private Life and Privacy in the Early Modern Low Countries (wordt gepubliceerd in 2023, Brepols, Turnhout).

Hall, Mrs. Matthew, The Royal Princesses of England: From the Reign of the George the First (Londen en New York 1871).

Jagtenberg, Fred, Willem IV. Stadhouder in roerige tijden, 1711-1751 (Nijmegen 2018).

Nieuwenbroek, Simone, ‘Een ruk naar Brits: De internationale politiek van Anna van Hannover, 1756-17571’, Virtus 27 (2020), 115-132, https://doi.org/10.21827/virtus.27.115-132.

Schutte, G.J., Oranje in de achttiende eeuw (Amsterdam 1999).